Ville de Dinant NL
Joachim PATENIER  

Joachim Patenier
Schilder


Joachim PATENIER (of Patinir) werd geboren in Dinant in 1485 en stierf in Antwerpen in 1524.
Patenier ontketende een heuse revolutie in de manier om de natuur weer te geven en om, zoals Edouard Michel schreef: "van het landschap het onderwerp van het schilderij zelf te maken, en de personages enkel als bijkomstig af te beelden". "De Vlucht naar Egypte" dat in het Antwerpse museum hangt, is een typisch voorbeeld van zijn werkwijze. Er zijn maar vijf doeken met de handtekening van de kunstenaar: "Opus Joachim D. Patinier". De D. = Dionantensis getuigt van zijn Dinantse afkomst. De naam werd beïnvloed door de Vlaamse uitspraak. Naast het doek in Antwerpen, staat zijn handtekening onder meer ook op de "Heilige Hieronymus" van Karlsruhe, het "Doopsel van Christus" van Wenen, de "Verzoeking van Sint Antonius" van het Prado in Madrid.
Zijn meesterwerken zijn te vinden in het Prado en het Escurial. Daarbij horen   nog "Het Doopsel van Christus" van Wenen, de "Heilige Hieronymus" van het Louvre en het drieluik van de galerie van de prins di Trabia van Palermo . Dit laatste is het enige drieluik van Patenier dat we kennen. Hij werkte eerst in Brugge, met   Gerard David, en trok in 1511 met zijn meester en met Adriaan Isenbrandt naar Genua, Italië. Hij kwam samen met David terug naar de Nederlanden, waar ze beiden als vrijmeesters werden ingeschreven in het Antwerpse Sint-Lucasgilde (1515).


Hij werd bevriend met de beroemde Quinten Matsys, met wie hij vaak samenwerkte. Ook Albrecht Dürer sloeg Patenier hoog aan en schilderde tijdens zijn bezoek aan Antwerpen meer dan eens diens portret, als blijk van vriendschap. Patenier had de hoogste relaties in de wereld van de humanisten. Zijn invloed op de schilderkunst van de zestiende eeuw is aanzienlijk.
Het doek "Sint Franciscus krijgt de stigmata" van het Prado is maar een herhaling van het schilderij van Jan van Eyck dat zich in Philadelphia bevindt (Johnston Museum), terwijl een replica in Turijn hangt (Sabauda galerie). Alleen de achtergrond verschilt en toont namelijk de stad Dinant in het begin van de zestiende eeuw. Deze achtergrond is van de hand van Patenier, de personages moeten van Quinten Matsijs zijn. Patenier schilderde het, zeer natuurgetrouw, tussen 1515 en 1524, van aan de oude sterk hellende weg  die naar Dréhance leidt. Deze plek biedt een mooi uitzicht over de hele vallei. Dit werk, dat aanvankelijk in het Prado was ingeschreven onder de naam Joachim Patenier, werd door criticus Friedländer toegeschreven aan de Meester van Hoogstraten. Het is niet twijfelachtig dat het werk van de Dinantse schilder is, en dat hij het schilderde toen hij weer eens in zijn geboortestreek was. Wie ter plaatse gaat, merkt meteen dat alleen wie de streek door en door kent, wist waar zijn ezel moest staan.