Op 6,5 km van Dinant ligt het vrij grote dorp Lisogne, op de top van de noordelijke helling van de ‘Fonds de Leffe’. Het wordt gekenmerkt door een vrij dichte bebouwing van rijhuizen. Tal van gebouwen van kalksteen of zandsteen dateren uit de negentiende eeuw. Sinds kort doen bakstenen huizen echter afbreuk aan het homogene uitzicht van de site. In het westen staan de kasteelhoeve en de zogenaamde hoeve ‘de la Tour’. Het dorp heeft ook twee gehuchten, Awagne en Loyers, die groot genoeg zijn om er even op in te gaan. Hoogte: 260 m aan de drempel van de kerk. Oppervlakte: 914 ha.
Oudste vermelding:
- Lisogne: 1047
- Awagne: 824 in de vorm "Wavania"
- Loyers: 1380 in de vorm "Loyer"
Betekenis van de naam:
- Lisogne: < Lindsonia < villa van Liudiso
- Awagne: < dit zou de romanisering van een Germaanse term zijn: Waifa die in verschillende persoonsnamen terug te vinden is.
- Loyers: < waarschijnlijk van het middel-Latijn "LOCARIUM" – plaats waar een gebouw staat of moet komen.
- Loyers: < léiarum: rotsbodems
Bijnamen:
- lisognwès
- Loyers = W. loyî
- Lisogne: Les mougneûs d'rognes (de salamandereters)
- Awagne: Les mougneûs d'aragnes (de spinneneters)
Les cwagnoûlîs (de kornoeljes die op de gemeenschappelijke gronden groeien - les cornouillers poussant sur les Commognes)
Les cwagnôs (de pummels)
Merk op hoe gelijkluidend Awagne en Cwagnôs klinken.
Een stukje geschiedenis
Eerst liepen door Lisogne Gallische wegen, en daarna een Romeinse zijweg (diverticulum) van Dinant naar Hoei. In de gemeente werden overblijfselen van een grote Gallo-Romeinse villa en een verbrandingsgraven gevonden die dateren – een zeldzaamheid – uit de eerste eeuw van onze tijdrekening. Awagne, vandaag een gehucht, is de primitieve kern en het centrum van de eerste parochie.
Awagne en Lisogne behoren immers tot de schenkingen die Sigebert, koning van Austrazië, in de zevende eeuw aan de abdij van Stavelot deed. Het domein van de abdij in dit gebied wordt beheerd door haar lekenvoogd (die Stavelot als zijn opperleenheer erkent), de graaf van Namen, die het opneemt in het ambtsgebied van de proosdij van Poilvache.
Awagne en Lisogne zijn zowel qua tijdslijn als qua mentaliteit erg verschillend.
In Awagne is er in 824 al een kapel die aan de heilige Quintinus gewijd is.
De oude parochie Awagne is vanaf de twaalfde eeuw begeven aan de abdij van Leffe, die de tiende op de helft van het dorp int (het andere gedeelte behoort toe aan de abdij van Waulsort).
Hiërarchisch gezien, behoort Awagne toe aan het bisdom Luik, tot het in 1561 overgaat naar Namen, en onder de dekenij van Ciney valt. Lisogne hing af van de parochie Sorinnes.
In 1803 bakent de prefectuur van het departement Samber en Maas, na het concordaat, de nieuwe gebieden af, en voegt de grondgebieden van Lisogne, Awagne en Thynes samen tot een parochiaal district.
Wereldlijk vormen Lisogne en haar bijgebieden een grondheerlijkheid (dit betekent dat de heer geen rechtspraak kan beoefenen, deze komt toe aan de graaf van Namen die ze delegeert aan de provoost van Poilvache).
Deze heerlijkheid gaat over van familie naar familie, tot de Franse Revolutie. In die tijd wordt Lisogne een gemeente, met Awagne, Loyers, Le Frêche-Try, Buc, Fagnoule, Al Tombe en de Moulin de Lisogne.
Erfgoed
De kerk: de kerk, die aan de heilige Bartolomeus gewijd is, deed dienst voor het dorp en de molen. Er rest niets meer van de eerste kerk. Het huidige gebouw werd in 1774 gebouwd en gefinancierd door abt Caillet, pastoor in Lisogne. Ze werd vergroot tussen 1845-1847 en de klokkentoren werd in 1875 herbouwd (plan van architect Luffin). Het interieur werd heringericht omstreeks 1900 en tussen 1968 en 72. De kerk bezit een groot schilderij (koor) van de heilige Bartolomeus. Dit is het werk van de Dinantees Franz Sodar. Het werd in 1877 geschonken door Eugène Henry, van de Dinantse bank Henry (vroegere burgemeester van Lisogne). Deze kerk heeft één beuk in neoclassicistische stijl en is opgetrokken in geregelde kalkbreuksteen.
Hoeve ‘de la Tour’: de hoeve ‘van de toren’ staat iets apart, ten westen van het kasteel en van het dorp. Het is een afgesloten gebouw van kalksteen dat dateert van einde de zestiende eeuw. Het werd in de zeventiende eeuw vergroot. Er resten nog enkele overblijfselen van een gebouw uit de late middeleeuwen, waaruit blijkt hoe groot deze hoeve, eigendom van de plaatselijke heer (Gilles Pollarde in 1474), wel was. Deze hoeve dankt haar naam aan de ronde toren aan de zuidelijke binnenplaats die in de zeventiende eeuw opgetrokken werd en vandaag bewoond is.Â
Kasteel en hoeve van Lisogne: Iets buiten het dorp, in een park dat omringd is door kalkstenen muren, ligt het kasteel van Lisogne. Het heeft twee verdiepingen op hoge kelders en zijn mooie bepleisterde gevel is naar het park gekeerd.
Zoals de muurankers aangeven, werd het in 1762 gebouwd op een goed dat Guillaume Verachter zeven jaar eerder had gekocht. Diens dochter verkocht het in 1829 aan Jean-Guillaume Wirkay, wiens schoonzoon Joseph Henry het daarna erfde. Deze Joseph-Henry is niemand minder dan de stichter van de Dinantse bank Henry, waarvan de maatschappelijke zetel aan de Square Lion gelegen was. Het oude woonhuis van de plaatselijke heer paalt aan het kasteel en is een hoeve in U-vorm uit de zeventiende en de achttiende eeuw. Ze werd in de negentiende eeuw omgebouwd. Dit geheel was de zetel van een Naamse grondheerlijkheid, waarvan Pierre-Baudoiun de Gaiffier, heer van Houw, in 1760 de verschillende delen samenvoegde. Het goed ging over naar zijn afstammelingen, tot aan het einde van het ancien régime.
Molen van Lisogne: Er bestond een molen in 1512, die eigendom was van een zekere Jean Salmier, maar het huidige gebouw is een grondig gerenoveerd geheel uit de negentiende eeuw. Het geheel op de foto bestaat uit een oud woongedeelte met bijgebouwen van kalksteen. Daarvóór stond de molen die sinds de oorlog vernield is. Van de hydraulische installaties resten nog enkel de ondergrondse waterloop en een metalen rad.